Heel zijn leven heeft Hans alleen gedaan waar hij lol in had. Op de vaart, in het onderwijs en op de kunstacademie.
Het lijkt allemaal ontzettend ver van elkaar af te staan, het rationele van de techniek waarin alles een functie moet hebben tegenover de onbegrensde ongedwongenheid van de kunst. Het tegendeel is waar.
Hans gebruikte wiskundige reeksen in zijn kunst en blies oude, afgedankte spullen nieuw leven in met de techniek die hij als geen ander beheerst.
Maar de grootste gemene deler in het leven van kunstenaar Hans de Man is vrijheid. Vrijheid op zee en in het praktijklokaal met zijn leerlingen.
Vrijheid in de handel en op de academie, waar hij vrij was om te experimenteren en fouten te maken.
Vrijheid in zijn werkplaats, midden in de natuur op de boerderij van zijn Alice.
En vooral de vrijheid van het zelfvertrouwen. Na de kunstacademie weet Hans wanneer het goed is.